vrijdag 3 april 2009

Speleo in Iraq: kennismakingsweekend



Die maandag in januari was het definitief, deze week nog zou ik voor een korte opdracht naar Iraq afreizen. Volgens de Irakese ambassade in Brussel moest ik minstens 1 maand wachten op mijn visum, volgens de telecom-klant gewoon het vliegtuig nemen zonder visum en binnenwandelen. Ne mens vraagt zich op zo’n momenten toch af wie de meest correcte informatie heeft (antwoord: de telecom!) Nu moest het snel gaan. Mijn contactpersoon, Zana, opbellen om mijn komst te melden en trachten te achterhalen met wat soort materiaal ik de speleo’s ginds het meeste plezier kon doen (Antwoord: ‘Everything’) en dit materiaal vergaren bij diverse Spekulozen.

Een dike merci aan iedereen die inging op mijn laattijdige oproep om (oud) materiaal af te staan voor het goede doel. We hebben zowaar 2 volledige sets kunnen assembleren, welke ik aanvulde met delta’s en leeflijnmusketons van mijzelf. Voorts vonden we nog een tiental (ietwat haperende) musketons, lint en 120 meter touw, ruim genoeg om een speleoclub op te starten! Mijn 40 kilo’s bagage als Frequent Traveller bij de Luftwaffe zouden deze keer eindelijk eens ten volle benut kunnen worden; twee volle kitzakken met 3 sets, touw, texair, onderpak, helm stonden gereed gepakt, ik zou bijna vergeten dat ik eigenlijk voor werk afreisde.

Goed nieuws kwam tijdens mijn oersaaie verjaardag (gevierd met een vers appelsiensapke en een waterpijp met druiven-smaak); Zana had met de minister gesproken over een belgische bezoeker van de gerennomeerde Speleoclub der KU leuven en hun expertise op speleo- en diverse andere vlakken. Kortom, we kregen een landcruiser van het ministerie plus chauffeur voor niks en verniet voor gans het weekend, enkel de brandstof was ter onze laste.

Om 7 uur vertrokken we via de oostelijke weg naar Degala (de zuidelijke weg via Kirkuk is korter en sneller maar op dit moment te gevaarlijk). Ondanks een slechte nachtrust hield het panorama mijn ogen open. Eindelijk iets te zien! Voorbij Konya, op het hoogste punt van de weg achter het checkpoint stopten we voor het eerst. Onder ons de vlakte van Dukan, een stukje van het stuwmeer met op de achtergrond het besneeuwde hooggebergte van de uitlopers van het Zagros gebergte. Op de mooie tweevaksbaan van Dokan naar Sulaymaniyah sloegen we rechtsaf naar Chami Rezan. Zana fotografeerde hier een klein grotje met archelogische waarde voordat we de Assyrische grafmonumenten bezochten. Archeologische studies zijn net hervat na 30 jaar oorlog en men verwacht nog zeer veel te ontdekken. Vanuit de artificiele grot hadden we een mooi zicht op het gebergte waarin de Sahra grot zich bevindt.

Shwan, de chauffeur, reed tot op het einde van de weg en parkeerde naast de rivier die uit de wadi kwam. Tijdens het omkleden overtuigde Zana hem om mee de grot in te gaan, het was voor hem tenslotte een ‘unieke kans’. Shwan stemde in en we beklommen de steile bergwand in de richting van een groot gapend gat, een korte maar grote grot doorheen de berg die ooit door Peshmerga’s gebruikt werd als schuilplaats ten tijde van Saddam zaliger. Het was aan de ingang al duidelijk dat het veel warmer was in de grot dan buitenen ik besloot wijselijk geen texair aan te doen. Een lange, smalle en lage rechte passage kwam uit in een hoger deel. De wanden waren wit en mooi proper. Dan volgde een meanderend gedeelte en werd het ruimer. Zana, de expert-fotograaf wou hier enkele fotos maken met zijn super nikon-reflexmachien. Hij negeerde onwetend mijn voorstel tot het gebruik van mijn meeflitser. Ik besloot een demo te geven en hij was met verstomming geslagen als ik hem het resultaat op het schermpje van mijn canon pocket toonde. ‘What is this!??’ De grot daalde lichtjes en werd alsmaar groter; mooie gladde vloer, tot 10 meter breed en hoog, mooi gepolijst. Het leek wel of hier ooit heel de rivier van de wadi doorheen stroomde. Zana kreeg een crash-course ondergrondse fotografie met Shwan als model. Het plezier in de grote gallerijen hield plots op aan een grote instorting. Ik kroop alleen door een (uitgegraven?) etroiture waarachter het weer voortging zoals voorheen. Dan dook het plafond naar beneden en raakte de harde modder op de grond. Ik vemoedde dat dit einde een opgevulde sifon was en graven zou hier zeer lonend kunnen zijn. Drie uur onder de grond, bijna 1.2km ontwikkeling en behoorlijk indrukwekkend. Niet al te technisch, geen premiere, maar wel een voorsmaakje van wat in dit deel van het Pira Magrun gebergte nog kon gevonden worden. Shuan voelde zich goed na zijn eerste speleo-ervaring en onvermoeid reed hij verder naar Sulaymaniah. Ik kreeg onverwachts te horen dat ik zondag een ontmoeting zou hebben met Asiacell, een GSM operator met hoofdkwartier in Sulaymaniah. Of met andere woorden, ik kon hier nog een dag langer blijven!

De volgende morgen reden we verder westwaarts naar Dar Bandi Khan. Twee speleo’s van de would-be speleoclub gingen vandaag mee. We stopten net voor de tunnel voor een panoramisch zicht op het stuwmeer, dat er erg droog bij lag de laatste jaren. In de bocht net achter de tunnel reden we een zijweg op naar het lokale politiestation, waar ik een typische witgeverfde Russische UAZ469 4x4 zag staan. Dit type wagen gebruikten we tijdens onze expedities in Vietnam en ondanks dat ze even oud zijn als ikzelf, nog zijn ze nog altijd in gebruik. We kregen begeleiding van 1 van de politiemannen tot aan de grotingang van Kune Shem Shem.

De ingang, een mooi rond gat, kwam uit in een ruime donkere grot. Het was er erg warm en de bodem lag vol glibberige guano. Zana en co zijn echter erg onder de indruk van de concreties, een rariteit in de (tot nu toe) ontdekte grotten in Irak. Wat mij betreft waren het ‘gewone’ fossiele concreties, niks speciaals. Zana was niet te houden en klom hoger en hoger in het plafond en hoewel ik niet vies ben van een geexposeerd klimmetje, nam Zana voor mij ongeoorloofde risico’s. Hij slaagde er ook in mijn meeflitser te laten vallen, welke 30 meter lager te pletter stortte (deze werd nadien werkend teruggevonden door de achtergebleven speleo’s. Het biscuit-doosje waar hij inzat alsmede de guano-laag hebben hem gered). De klim en de verkenning is nu behoorlijk sportief en mooi. Ik ben blij dat Zana een volledige set aanheeft, zodat we elkaar toch min of meer kunnen beveiligen tijdens het afdalen.

In de namiddag stond SRT-training op het programma. De rotsen boden geen mogelijkheid tot het equiperen van een vrijhangend touw, dus besloot ik (onder het oog van de flikken) een nabijgelegen hoogspanningsmast te equiperen. Stijgen, ombouwen en afdalen werd aangeleerd, fractioneren zou voor de volgende keer zijn.

De speleo’s keerden huiswaarts, Zana en Shwan terug naar Abil. Na een douche was het tijd om terug serieus te wezen. Ik deed mijn deftige kleren aan en belde de partners in Irak dat ik klaar was hen te ontmoeten. Het restaurant waar we samenkwamen serveerde geroosterde karper met als entree ‘fish testicles’. De HR manager sprak vlaams, verkoos Duvel boven alle bieren, woonde ooit in Leuven en had een Belgisch paspoort dat hij verkregen had als valse vluchteling. Interessant gezelschap! Ik kan niet wachten om terug te keren, hopelijk nog voordat het te heet wordt.