maandag 20 januari 2014

Modderdabberen op vrijdagavond


Er waren weer gegadigden voor een avondgrot op vrijdag. Masha, Sara V, Pieter en ik op weg naar de Abime de Lesves. Ik was er nog nooit geweest, maar iets nieuws ontdekken is altijd wel fijn. Een groot voordeel van deze grot is dat je op net een uur van Leuven ter plaatse bent. Pieter heeft ongetwijfeld de prijs van beste speleopak verdiend: een jeans en een sweater van KHLim, bij gebrek aan beter. We zien wel. Na 100m over een glad modderpadje komen we aan de doline, waar tot onze grote verbazing nog twee groepen aan het afdalen zijn. 3 Man uit Brussel en 3 uit Boortmeerbeek (maar van een Luikse club) zijn al afgedaald. We besluiten gewoon af te dalen en ik maak het eerste touw vast aan een kerselaar. Beneden aan de doline blijkt dat de Brusselaars wat equipeerscholing gaan doen in het balkon en ons dus geen vertraging gaan doen oplopen. Ik equipeer verder tot aan de "grand puits”, waar blijkt dat het andere team te weinig touw heeft. Ons touw is net ok denk ik en ik daal af, waar ik beneden nog net voldoende touw over blijk te hebben om boven wat meer touw terug te geven, zodat de rest vlot een sleutel kan leggen. De gasten van de Luikse club maken gretig gebruik van het spekul touw en ik jumaar weer tot boven om het equipement te verhangen. Ik wacht boven op de rest, Pieter, Masha en Sara dalen af en ik volg. Er is een mooi doucheke dat naar beneden valt net naast ons. We volgen het water en dalen de glibberige leemberg op een touwtje af, wat toch gemakkelijker zal zijn voor de terugweg. Aan het onderaards beekje eerst even de sifon gaan checken, om nadien stroomopwaarts te zien hoever we kunnen en willen gaan. Aan de passage superieure komen we het ander team tegen, die al serieus bemodderd zijn. Vettig boelke grinniken ze, allé tof. We gaan verder en dabberen over een modderglijbaan. We zien er al geweldig uit. Verder over de Tremies en dan is daar de voute mouillante. Hmm. Tof. Gaan we, gaan we niet. Even polsen bij de rest. Masha vind het veel te smal. Pieter heeft geen texair. Sara geraakt zelfs door een sleutelgat. Masha zegt: "It is very narrow, but if you go, I go." Ok we gaan. Ik probeer mij er zo snel mogelijk door te wringen en kan mij redelijk droog houden. Hup, één, twee, drie natte speleo’s volgen! Op de splitsing gaan we eerst een modderhellingske op. Een ware ploeterpartij van ons allen volgt om over het bobbelke te geraken. Een prachtig staaltje van experimentele technieken volgt om over dit obstakeltje te geraken. Achter het bergje, meer modder en het loopt dood. Dan maar terug over de modder (we zien er geweldig uit!) en de andere kant op, door meer water en modder. Masha is euforisch! The best cave ever! Uiteindelijk houden we het bekeken bij de Croque monsieur. Hier weet ik dat we echt volledig nat gaan worden en daar heb ik vooral geen zin in. Nog even een super mooi modder zij-ingangetje checken en dan richting uitgang. Opnieuw door en over de modder en door het rioolwater om dan aan de klim te beginnen. We moeten wel ons gerief een beetje wassen om te ontwarren wat wat is! Blij dat ik dat laatste touwtje heb gehangen, maakt het leven wat gemakkelijker en hup na wat jumaren naar buiten. Op twaalf uur staan we aan de auto, modderig als 4 zwijnen, bibberend van de kou. Wel een tof grotje, zeker voor een eerste keer en zeker als je van wat ploeteren houdt.

woensdag 15 januari 2014

De Nou Maulin na de nieuwjaarscrue

We besloten zaterdag nog maar eens een avondgrotje te doen. Vermits het voor Arun wat lang geleden was, hebben we voor een  eenvoudige grot geopteerd en kwamen we uit bij ofwel de trou des Furets of de Nou Maulin. Het werd de laatste. Wie er allemaal meeging en waar en om hoe laat we zouden afspreken veranderde dagelijks en zaterdag werd om 18u zelfs sterk gepuzzeld om te beslissen hoe en met wie we daar gingen geraken. Hans belde me nog met de vraag of ik twee helmen had? Glukkig wel, want Marco was vergeten één uit ons materiaalkot mee te nemen vermits Bram een warm bad verkoos na een dag zwoegen en er dus geen sleutel was om binnen te kunnen. Bon, met 4-en richting Rochefort dan om er na enkele scherpe bochten te constateren dat een loopwedstrijd de vlotte doorgang verhinderde, maar dat er toch een behulpzame (speleo?)agent ons de weg wees. Bij de ingang was het koud, snel de grot in dachten we. De Lomme stond nog hoog na de nieuwjaarscrue, maar er werd geen regen voorspeld die nacht. Na het nodige gewroet om onze pakken aan te krijgen, gingen we de grot in waar de sporen van de crue heel duidelijk waren: Takken, afval, rotte vis, plastic, rotte vis, modder, vetzakkerij, viezigheid, rotte vis. Hans is duidelijk geen visliefhebber J De keienetroiture was bijzonder, alles lag naar binnen gestuwd door het water, maar we konden redelijk vlot passeren. In de Salle de bivouac besloten we democratisch om niet direct de metro in te kruipen door de natte Benitier maar via de Gruyere te gaan. Heel de grot hing vol met stukjes plastic en vuiligheid. Glibberig ook, maar wel tof om geen voetsporen voor je te zien. De Gruyere was weer een heel gezoek (na 11 jaar herkende ik niet alles meer) en Arun slaagde er in om telkens weer vanuit een andere hoek te roepen waar we waren. Uiteindelijk komen we aan de grande salle om op zoek te gaan naar de entrée superieure. Onderweg zijn nog een paar heel mooie concreties te vinden, iets wat we niet verwacht hadden. Na wat zoeken vinden we de schacht naar boven, moest het ooit nodig zijn, dan kunnen we er langs hier uit. Hans ging verder voorop om de weg naar de metro uit te zoeken door de blokken. Langs hier ben ik nooit geweest. Doorheen een echt labyrint bereikten we de impressionante metro alwaar weer vis op het menu stond.

Mijn gedachten gingen uit naar Sam (wie het verhaal niet kent moet het hem maar vragen) die hier leuke momenten heeft beleefd. Aan het einde van de metro gingen we nog even in de sifon kijken, waar in het heldere water enkele vissen zwommen. Wel grappig, maar waarschijnlijk staat de “poor bastards” hetzelfde lot te wachten als de rest in de grot. Goed, de Benitier in, maar eerst leegscheppen met de emmer die Arun onderweg had gevonden. Bah, wat haat ik koud water. Terug in de Salle de bivouac, beslissen we langs de galerie superieure naar buiten te gaan. Zonder touw (en zonder gordel voor Marco en Arun) is het wel wat hachelijk en dus gaan zij terug langs de keien. Hans volgt en we wroeten ons tot aan de tonnen. Hier is het echt stoempen en trekken en duwen om er uit te geraken. Hans krijgt zijn voeten niet goed en geraakt net niet aan de rand en ik beslis om Hans in een goeie snok uit de tonnen te trekken. Gelukkig is het maar 60 kg J

Voldaan komen we Arun en Marco beneden tegen en kunnen we ons omkleden en richting huis tuffen. Ik ben moe genoeg om al een paar keer in te dommelen in de auto. Weer een geslaagde grottocht!

maandag 13 januari 2014

't was weer plezant op de Algemene Vergadering

Oh caving club, my caving club 
Oh caving club, my caving club
I wish I could go down with you again in the Jura
If only I would go to the Jura
And I was with my caving club
My ca-ving club

Oh caving club, my caving club
I wish I could go down with you again in the Eglise
If only I would go to the Jura and the Eglise
And I was with my caving club
My ca-ving club

 
Oh caving club, my caving club
I wish I could go down with you again in the St Anne
If only I would go to the Jura and the Eglise
and the St Anne
And I was with my caving club
My ca-ving club

Oh caving club, my caving club
I wish I could go down with you again in the Canto
If only I would go to the Jura and the Eglise
and the St Anne and the Canto
And I was with my caving club
My ca-ving club

Oh caving club, my caving club
I wish I could go down with you again in the Haquin
If only I would go to the Jura and the Eglise
and the St Anne and the Canto and the Haquin
And I was with my caving club
My ca-ving club


zaterdag 4 januari 2014

Een koude douche in de Église

Een gerichte portie avondgrotten, dat was de bedoeling. Kwestie van niet te laat in bed te belanden, maar toch een deftige grottocht te doen. Het stond al een tijdje op mijn verlanglijstje: het bereiken van Salle des Gours in de Église. Eerder al eens geïdentificeerd van onderaan de meander, maar zonder dappere klimmers in de groep werd het toen niets. Enkele maanden geleden probeerde Renaud en ik via de traversée die vertrekt aan de kathedraal, maar wegens te moe en dus te onzeker werd ook die poging halverwege gestaakt.

Deze keer zouden Salle des Gours het hoofddoel worden, ookal omdat deze hangende zaal blijkbaar toch iets te bieden heeft, zoals de naam al doet vermoeden. Jo en ik hadden nog snel afgesproken om net voor Nieuwjaar eens te proberen. Ik had al gedacht dat Jo zou meegaan; Église is tenslotte een van zijn favoriete grotten.

Aangkomen, tijdens de verplichte pipi-stop vooraleer de gordel aan te trekken, hoorde ik de beek al stevig kabbelen in de doline. Was het geluid tijdens de vorige bezoeken ook zo luid? Deze bedenking bleek terecht, want toen we ingangszone naderden, was alles heel erg nat. De poort had iets van een rioolkolk bij overstromingen en de volledige afdaling via de ladder was een stortbad. De poort was niet op slot; het hangslot hing gewoon los aan de ketting. Foei aan de vorige bezoekers! Maar achteraf begreep ik ook waarom dit zou kunnen gebeuren. In de meander was alles terug "normaal". Wel veel water, maar niet overdreven. Via de grote afstap en de passage Yves Grolaux daalde we de meander af tot aan de kathedraal, waar we meteen zijn beginnen equiperen. Jo ging voorop. De traversée werd vlot en vakkundig gehangen en veel sneller dan geanticipeerd, werd Salle des Gours bereikt. En inderdaad, dit is een erg mooi gedecoreerde zaal. Zeker de moeite om eens te bezoeken!

De terugweg was even vlot als de heenweg zodat we snel terug aan de kathedraal stonden, met energie in overschot. We besloten om voor ons nog ongekende hoeken van de grot te proberen vinden: Réseau du Cimetière. Om de waterval te vermijden, kropen we door de Galerie des Bruxellois om van daar de Réseau te betreden. Ellenlange lange en smalle passages, zonder echte zalen of interssante concreties. Op de terugweg besloten we toch een smalle zijgang te nemen. Na twee vernauwingen (veel gevloek en gewurm - niets voor onze voorzitter dus), volgden we een haakse bocht naar links en daalde we een putje af om daar wat rond te neuzen. Op de terugweg beklommen we een geklemde rots boven de put en volgde enkele smalle meanders stroomopwaarts. De passages gingen zo fel omhoog dat we dachten een andere ingang van de grot te vinden, of terecht te komen tussen de botten van de begraafplaats. Terugkeren dus, en bovendien hadden we het zowat gehad van die smalle en onaangename passages.

Als allerlaatste wapenfeit vonden we nog de verbinding met de Galerie Infernale (nog niet geprobeerd) vanuit de Réseau du Cimetière. Daar daalden we terug af naar de beek en kropen we "Pas de la Mort" op om terug naar de ingang te gaan. Om terug te douchen, eigenlijk. Boven gekomen was het mijn taak om de poort af te sluiten. Jammer genoeg kreeg ik de sleutel niet uit het slot en na 10 minuten proberen met mijn handen in ijskoud water had ik het bijna opgegeven. Het lukte uiteindelijk toch, maar ik verstond toen ook beter waarom de poort niet op slot was bij aankomst.

Om middernacht thuis. Opdracht volbracht. De sleutel moest in elk geval niet meer gewassen worden.