vrijdag 2 maart 2012

Églis(s)e putje winter

Er waren verschillende redenen om voor Trou d'Église te kiezen. Jo had op een vorige grottocht naar de Wéron duidelijk gemaakt dat de Église één van zijn favoriete grotten is. Bram was er nog niet vaak geweest en wist niet meer helemaal hoe het er was. En ik wist redelijk goed wat te verwachten, maar had al enkele highlights gemist tijdens de twee vorige bezoeken.

We hadden wel een warmer moment kunnen uitkiezen voor onze tocht, want het was beestig koud boven de grond op 4 februari 2012. Bij vertrek in Leuven was het rond -10°C en onderweg hebben we zelfs -16°C zien flikkeren op de autothermometer! Het was ook een kwestie van rustig en voorzichtig te rijden, want het had de dag voordien ook nog gesneeuwd en bepaalde stukken van de E411 lagen er spekglad bij.

Ter plaatse, spraken we af om eerst in de auto te eten en dan snel om te kleden. De eerste die klaar was zou in hoog tempo proberen de grot te openen zodat de rest niet te lang moest wachten. Op voorwaarde dat het slot niet bevroren was tenminste!

Maar verliep alles supervlot. Aan de bevroren ingang was het wat schuiven op het gladde ijs en de door ijs bedekte rotsen, maar wat vooral opviel was de grote hoeveelheid water dat in de beek onder het ijs stroomde, waardoor we meteen betrekkelijk nat werden bij de afdaling van de ladder. Onderaan de ladder was de winterkoude gelukkig niet meer te voelen en was het aangenaam, grotwarm.

We besloten het water stroomafwaarts te volgen en hingen een touw om de eerste put af te dalen, half door het water. Daarna was het simpelweg volgen tot aan de Cascades en Les Orgues, gemakkelijk te doen zonder touw. Aan de splitsing gingen we naar rechts om wat verder uit de meander te klimmen tot aan de impressionante cathedraal. Enkele meters verderop gingen we op zoek naar Salle des Gours. Op basis van de topo konden we wel uitmaken waar deze zaal zou moeten zijn, maar we vonden geen enkele klimroute die voor ons comfortabel genoeg was om te beklimmen. Jammer. Volgende keer misschien beter als er een dapperdere klimmer meegaat.

Nog verder langs de stroom kwamen we aan het gat in het plafond dat ons zou leiden naar Gallerie du Baby-doll. Eerst gingen we de andere richting uit, door een konijnenpijp, gevolgd door wat opposéewerk om dan opnieuw af te dalen naar het lagere niveau. We besloten de smalle gallerij te volgen tot dit doodliep. Daarna keerden we terug naar de Gallerie du Baby-doll, kropen we door de étroiture om de coraalfossielen te bewonderen.

Op de terugweg draaiden we rechtsaf aan Les Orgues om op zoek te gaan naar Salle Tony, waar volgens Bram een brievenbus is èn een cheminée. Na wat zoekwerk in doodlopende en modderige gangen en het bewonderen van een slapende vleermuis tegen de wand, werd de brievenbus gevonden. Het lukte vrij aardig om hier door te kruipen, maar de cheminée was toch nog net iets uitdagender! Ook dit lukte ons uiteindelijk, maar het vervolg van de route bovenaan de cheminée bleek nogal hoog uit te vallen, met nood aan het hangen van een hoge traversée. Hier hadden we op dat moment geen zin in. We hadden tenslotte toch al een mooie tocht gemaakt en ons energiepeil was al flink gezakt.

Om nog een voor ons ongekend deel van de grot te bezoeken, besloten we terug naar de grotingang te keren via de supersmalle Gallerie des Bruxellois. Daarna konden we het touw optrekken en opruimen vooraleer naar buiten te gaan.

Gelukkig was het buiten zonnig, windstil en ondertussen wat opgewarmd, zodat we probleemloos konden omkleden aan een tropische -7°C.