woensdag 15 januari 2014

De Nou Maulin na de nieuwjaarscrue

We besloten zaterdag nog maar eens een avondgrotje te doen. Vermits het voor Arun wat lang geleden was, hebben we voor een  eenvoudige grot geopteerd en kwamen we uit bij ofwel de trou des Furets of de Nou Maulin. Het werd de laatste. Wie er allemaal meeging en waar en om hoe laat we zouden afspreken veranderde dagelijks en zaterdag werd om 18u zelfs sterk gepuzzeld om te beslissen hoe en met wie we daar gingen geraken. Hans belde me nog met de vraag of ik twee helmen had? Glukkig wel, want Marco was vergeten één uit ons materiaalkot mee te nemen vermits Bram een warm bad verkoos na een dag zwoegen en er dus geen sleutel was om binnen te kunnen. Bon, met 4-en richting Rochefort dan om er na enkele scherpe bochten te constateren dat een loopwedstrijd de vlotte doorgang verhinderde, maar dat er toch een behulpzame (speleo?)agent ons de weg wees. Bij de ingang was het koud, snel de grot in dachten we. De Lomme stond nog hoog na de nieuwjaarscrue, maar er werd geen regen voorspeld die nacht. Na het nodige gewroet om onze pakken aan te krijgen, gingen we de grot in waar de sporen van de crue heel duidelijk waren: Takken, afval, rotte vis, plastic, rotte vis, modder, vetzakkerij, viezigheid, rotte vis. Hans is duidelijk geen visliefhebber J De keienetroiture was bijzonder, alles lag naar binnen gestuwd door het water, maar we konden redelijk vlot passeren. In de Salle de bivouac besloten we democratisch om niet direct de metro in te kruipen door de natte Benitier maar via de Gruyere te gaan. Heel de grot hing vol met stukjes plastic en vuiligheid. Glibberig ook, maar wel tof om geen voetsporen voor je te zien. De Gruyere was weer een heel gezoek (na 11 jaar herkende ik niet alles meer) en Arun slaagde er in om telkens weer vanuit een andere hoek te roepen waar we waren. Uiteindelijk komen we aan de grande salle om op zoek te gaan naar de entrée superieure. Onderweg zijn nog een paar heel mooie concreties te vinden, iets wat we niet verwacht hadden. Na wat zoeken vinden we de schacht naar boven, moest het ooit nodig zijn, dan kunnen we er langs hier uit. Hans ging verder voorop om de weg naar de metro uit te zoeken door de blokken. Langs hier ben ik nooit geweest. Doorheen een echt labyrint bereikten we de impressionante metro alwaar weer vis op het menu stond.

Mijn gedachten gingen uit naar Sam (wie het verhaal niet kent moet het hem maar vragen) die hier leuke momenten heeft beleefd. Aan het einde van de metro gingen we nog even in de sifon kijken, waar in het heldere water enkele vissen zwommen. Wel grappig, maar waarschijnlijk staat de “poor bastards” hetzelfde lot te wachten als de rest in de grot. Goed, de Benitier in, maar eerst leegscheppen met de emmer die Arun onderweg had gevonden. Bah, wat haat ik koud water. Terug in de Salle de bivouac, beslissen we langs de galerie superieure naar buiten te gaan. Zonder touw (en zonder gordel voor Marco en Arun) is het wel wat hachelijk en dus gaan zij terug langs de keien. Hans volgt en we wroeten ons tot aan de tonnen. Hier is het echt stoempen en trekken en duwen om er uit te geraken. Hans krijgt zijn voeten niet goed en geraakt net niet aan de rand en ik beslis om Hans in een goeie snok uit de tonnen te trekken. Gelukkig is het maar 60 kg J

Voldaan komen we Arun en Marco beneden tegen en kunnen we ons omkleden en richting huis tuffen. Ik ben moe genoeg om al een paar keer in te dommelen in de auto. Weer een geslaagde grottocht!

1 opmerking:

Hans M zei

Het is waar, ik ben geen visliefhebber, maar zeker geen rotte visliefhebber.