maandag 23 december 2013

Avondje trou Ozer

Het avondgrotten wint aan populariteit bij Spekul. Zondagavond stond de Trou Ozer op het programma. Voor mij is het de derde keer dat ik deze grot zou afdalen, voor Bram en Sara V. de eerste keer. We parkeren de auto in Bevercé in de buurt van de waterkrachtcentrale, vermits de aanloop veel directer is dan vanuit het zuiden.  Gelukkig staat de Warche laag en kunnen we na de gué redelijk eenvoudig de trappen bereiken naast de gigantische pijpleiding van de centrale.


Een pittig klimmetje van 450 trappen brengt ons snel boven, waar we even zoeken naar de ingangsput.  Het is blijkbaar al even geleden dat er iemand de Ozer heeft gedaan, want het deksel ligt redelijk vol met bladeren. De typisch rode kleur van de poudingue is direct zichtbaar als we het deksel optillen. Ik bijt de spits af en equipeer tot onderaan de puit courtois. Bram volgt en krijgt onderweg een hoop keitjes over zich heen. “Wel CAILLOUX roepen he” roept hij naar Sara. “Ja, euh sorry”. Tja fluister ik Bram toe, ik denk dat ik Sara de bijnaam “madame Cailloux” ga geven, alluderend op de grote kei die mijn hoofd van haar cadeau kreeg in de Bernard J. We staan onderaan de Courtois en op dat moment weet ik niet goed meer hoe de grot verder loopt, ik herinner me vaag iets van een breuk waar we in moeten en ga zowat overal waar ik kan op zoek, telkens met een - Ja! Hier is ’t - gevoel, maar telkens ook doodlopend. Na verschillende mogelijkheden uitgepluisd te hebben gaan we terug naar de Salle Pascale, om van daaruit te zoeken. Ook hier weer verschillende opties uitproberen en buiten prachtige spierwitte concreties (ja echt waar) is het weer niets. Als laatste optie kruip ik een andere breuk omhoog en ja, nu herinner ik het me weer. Brambo en Sara volgen. Ik start het equiperen van de beruchte afdaling en na een meter of 5 beslis ik om de kitzak achter te laten, geen zin om meer moeite te moeten doen dan strikt noodzakelijk. Het equiperen is een redelijke uitdaging, maar wrijvingsloos lukt hier nooit. Man, man zo smal, bij momenten moet ik echt wringen om te zakken. Wie hier als eerste is doorgegaan moet toch wel ballen aan zijn lijf (gehad) hebben. Na veel bochten en gewurm wordt de spleet wat breder en kan ik enigszins normaal afdalen. Nadat we met zijn drieën beneden zijn, wandelen we nog wat rond in de gangetjes, langs de skeletjes, de gours, de steentjes, de stenen. Toch wel speciaal die poudigue! Miljoenen keitjes
En we gaan terug naar boven! Wat kijken we daar naar uit! De eerste 20 meter zijn niet breed maar dan is het wringen geblazen. Vlotter dan ik dacht, maar toch ”pfff, hhmmpfff, pfff, ja, hhhhhh, kitzak, pfff, auw ribben, mmmhhh, ja, yes , pfieew. Ja, Sara kom maar”. Ook hier hhmmmppfff, oeeeh, huuhhh, pff, vast, ja, oh nee, ja, pffff, JA! Amaai! Hehehe. Dan Bram: pfff, shit, pfff, ok, cava, pff, fok, ja! Bram krijgt toch de prijs voor vlotheid!  (Een geluidsopname van alle geluiden zou hilarisch zijn). Allee, kitzak vullen met touw en verder naar de salle Pascale, waar we ons trakteren op een slok water (Bram genoot ervan alsof het een Tripel was, Sara en ik moesten echt lachen) en een knabbel.
Nu nog naar de laatste put naar boven, equipement afbreken en we zijn er uit na 3,5 uur. Het gezoek heeft ons wat opgehouden, maar nu heb ik toch wel wat meer van de grot gezien. Nog  450 treden naar beneden, de Warche oversteken en terug aan de auto net geen twaalf uur. Voldaan rijden we naar Leuven. Eigenlijk moeten we de Ozer vaker doen. Liefhebbers?

1 opmerking:

Hans M zei

Yippie, ik wil zeker eens gaan op een zaterdagavond. Ook nog nooit geweest; hoewel deze grot al enkele keren op het verlanglijstje stond.