Voor mij was ze onbekend, de Puits aux lampes. Het leek me interessant om er eens geweest te
zijn, een korte trip dan wel, ’s avonds. Ik kreeg toelating van Michel Wesel
van Spéléo
Club du Gerny om er zaterdagavond in te kruipen. Helaas vond ik geen compagnons
om mee te gaan, geen tijd, geen zin, iets anders te doen. Fok. Ik had er mijn
zinnen op gezet dus vertrok ik zaterdag om 18u alleen. Ik peerde in een stevig
tempo naar Jemelle en kwam op de parking van Lhoist aan om 19u20. Ik was er
niet de enige. Een koppeltje zat in een auto. Ze verschoten en reden weg. Ik
ging op zoek naar de ingang, die eenvoudig zou moeten te herkennen zijn aan de
stalen constructie boven de gebetonneerde ingangsput. Na 5 minuten vond ik ze.
Ik was op de hoogte van het zware deksel, dus dacht ik om eerst te zorgen dat
ik dat opgetild kreeg eer me in volledige uitrusting te zetten. De code van het
cijferslot was me per mail doorgestuurd, dus stap één ging vlot: de stalen profielen
van het deksel verwijderen eigenlijk ook. Maar dan probeerde ik het deksel op
te heffen en dat viel wel even tegen. Dat ding woog echt veel. Ik maakte een
lint vast en tilde het deksel op zijn kant. Warme lucht in mijn gezicht. Om er zeker van te zijn dat dar er geen toffe
ket het deksel zou toegooien achter mijn rug maakte ik het vast met een stang
en het slot en ging me omkleden. 10 Minuten later was ik klaar om af te dalen.
Hop, touwtje rond de stalen constructie en ik daalde af, wel spannend zo alleen
(ik had thuis het nummer van speleo-secours doorgegeven alsook de naam van de
grot, ge weet maar nooit). De eerste 5 meter zijn gebetonneerd en dan komt er
een schuine afdaling, waar een eerste fractie is met één boorhaak, dan een
tweede fractie en als laatste een derde boorhaak. Hans had me gewaarschuwd om
de juiste put af te dalen en ik zag wat hij bedoelde. Als je vóór de derde
boorhaak afdaalt, kom je op een schuine wand terecht en kan je niet mooi naar
beneden afdalen. Ik installeerde de laatste fractie daalde af. Ik keek goed uit
om geen wrijving te hebben op het touw, iets waar op meerdere blogs en websites
voor werd gewaarschuwd. Raar maar waar, maar het touw viel perfect in de put
zonder maar één wrijvingspuntje en ik maar slings en musketons meesleuren. Een
mooie vrij hangende afdaling brengt je in een immense ruimte, welke
impressionant is naar Belgische normen. Het heeft een klein beetje weg van de
Baume-sainte-Anne, maar die laatste geeft me een veel groter waaaw gevoel. De
zaal is wel een spektakel en ik dool er een beetje rond, op zoek naar de Salle
sécretin, maar na veel zoeken en kruipen niet gevonden. Ik stap verder naar de
sifon, onderweg zijn er toch een paar concreties te vinden, al is de zaal
eigenlijk een gigantisch blokkenstort. Impressionant, ook de echo van het
kletterende aluminium en de vallende waterdruppels. Na een uurtje eet en drink
ik nog iets en begin aan de klim naar boven. Onderweg zie ik nog enkele oude
spits en slaghaken in de wand steken, alsook nog een boorhaak, maar die lijken
me allemaal overbodig, het touw hangt prima zo. Ik breek alles af en kom terug
aan de oppervlakte. Even telefoontje om te zeggen dat het tof was, omkleden en
terug naar huis met Trivium in de auto. Om 22u30 terug thuis, voldaan!
Voor de liefhebbers: zeker een toffe grot, je moet ze eens gedaan
hebben, maar je vult er geen dag mee. Best combineren met bvb de Nou Maulin, of
als avondgrotje. Altijd op voorhand toelating vragen bij michel.wesel(AT)skynet.be, de code
van het slot wijzigt ook nu en dan eens.
Als je het touw boven de ingangsput direct aan de stalen
constructie vastknoopt zou je in theorie met 3 musketons (+1 voor de kitzak) en
70m touw moeten toekomen. Neem voor de
veiligheid een extraatje mee.
1 opmerking:
Leuk verslag!
Gr,
Frans
Een reactie posten